Voor onze voorouders was luiheid van levensbelang. Zij wisten namelijk niet wanneer er weer te eten was of op welk moment ze plotseling in actie moesten komen. Energie sparen voor wanneer ze het echt nodig hadden, was dus erg belangrijk. Het bewaren van onze energie zit dan ook in onze genen. Vooral wanneer we in onzekere tijden verkeren gaan we, net als onze voorouders, in de ‘spaarstand’.
Hoewel luiheid voor onze vroege voorouders dus van vitaal belang was, is het imago van dit ‘talent’ in de tijdperken die volgden nogal verslechterd. Luiheid staat inmiddels een aantal eeuwen op de lijst van zeven hoofdzonden. Tegenwoordig worden luie mensen dus niet als succesvol gezien. Een werknemer die zichzelf als lui omschrijft zou je als werkgever waarschijnlijk niet zo snel aannemen. Onterecht, als je het ons vraagt!