Een team dat niet goed samenwerkt? Waarom een feedbacktraining meestal niet de oplossing is.


Het is vervelend wanneer je als leidinggevende of HR-adviseur merkt dat teamleden ondanks je begeleiding maar niet in staat lijken soepel samen te werken. Of keer op keer gezamenlijke doelen niet behalen. Je eerste ingeving is misschien een training in te zetten om de teamontwikkeling te bevorderen. Vaak zien we echter dat dit niet de juiste interventie is voor het probleem, of erger: averechts werkt. Onze interventiekundigen Esmee Verhagen en Maisa Belfor stellen een andere aanpak voor. – interview door Judith van Oudheusden

Datum

Leestijd

5 min

Type

Interview

Niet zomaar starten met een training


Oké, een interventiekundige doet dus niet hetzelfde als een trainer. Kunnen jullie dat uitleggen?

Maisa: “Het verschil tussen een interventiekundige en een trainer/coach/adviseur is dat de interventiekundige niet vanuit het middel kijkt, maar kijkt wat er nodig is en daar het middel (de passende interventie) bij zoekt. Vaak zie je dat leidinggevenden of HR-adviseurs een specifieke training voor een groep aanvragen, bijvoorbeeld een training feedback. Een interventiekundige gaat eerst aan de slag met de vraag: ‘Wat is er hier nou eigenlijk aan de hand?’.”

Esmee beaamt dit: “Als wij een vraag krijgen als ‘in het team wordt niet goed samengewerkt, we zoeken een feedbacktraining’ heeft dit voor ons een signaalfunctie en zullen we in principe niet automatisch ja zeggen (of: u vraagt wij draaien). We onderzoeken dan eerst met jou als klant wat er speelt en wat voor jouw organisatie de gewenste resultaten zijn. En adviseren je vervolgens met welke interventie je dit resultaat kunt bereiken.”

Onderzoekende vragen


“Vaak is de analyse daarbij al de eerste interventie”, vervolgt Maisa, “door onderzoekende vragen te stellen zie je dat er al verandering plaatsvindt. Wij geloven dat de richting van de vragen die je stelt ook de richting van de verandering bepaalt. Natuurlijk hebben we aandacht voor waar de last of de belemmering zit, maar vooral ook voor waar het team meer van wil, immers: ‘alles wat je aandacht geeft groeit’. In plaats van alleen aan de slag te gaan met feedbacktraining om vaardigheden te trainen, onderzoeken we samen wat het team nu al in huis heeft om te slagen én, indien nodig, wat er daarbij nog in de weg staat. Blijkt uit de onderzoeksfase dat er in het team behoefte is aan het versterken van vaardigheden? Dan weet je dat een interventie gericht op vaardigheden ook daadwerkelijk gaat helpen.”

Teamontwikkeling is dus niet altijd het antwoord?

Maisa: “Nee zeker niet. Soms kom je in plaats van een training tot de conclusie dat er iets moet wijzigen in de plek die een groep inneemt binnen de organisatie, dat er een gesprek moet plaatsvinden tussen leidinggevende en medewerker, of dat de leidinggevende of een medewerker een coachingtraject ingaat. En in sommige gevallen zelfs dat er afscheid genomen moet worden van iets of iemand. Onze sessies zijn dus niet zozeer trainingen waarin men vaardigheden leert, maar vooral bedoeld om op te halen van wat er in de groep is.”

Esmee: “Een team is geen doel op zich. Het team is een middel om een doel / resultaat te bereiken. Scherp gesteld – als een team/ teamsamenstelling vooral belemmert dat dit doel gehaald wordt, dan kan het beter opgeheven worden. Wel kan er van alles gedaan worden om een team te versterken, weten wij.”

Modellen en werkvormen van teamontwikkeling


Waar baseren jullie zo’n analyse en de interventies op?

Esmee: “Onze werkwijze vindt zijn oorsprong in verschillende modellen van teamontwikkeling en teameffectiviteit, bijvoorbeeld dat van Lencioni, Tuckman en Schouten & Kamminga. Daarnaast hebben we een ruime toolbox aan methoden, benaderingen en werkvormen: van Appreciative inquiry, de Acceptance & Commitment-methode (ACT), Deep Democracy tot Lego® Serious play® en Real Drives.”

Kun je een voorbeeld geven vanuit één van de modellen?

Esmee: “Uitgaande van Schouten en Kamminga start je bijvoorbeeld met je af te vragen: wat zou er gebeuren als dit team niet bestond? Wat zou de organisatie/maatschappij/ onze klanten dan missen of merken? Dat is de top van het model. Na het formuleren van deze missie bepaal je samen de doelstellingen. Beide zijn afgestemd op de organisatiemissie en -doelen. Vanuit daar stel je taken en rollen vast. Rolonduidelijkheid is een belangrijke stressbron voor veel mensen.”

“Als de rollen en taken duidelijk zijn, dan kun je afspraken maken over werkwijze en procedures. En wanneer dat allemaal in orde is, zo stelt het teameffectiviteitmodel, dan verklein je de kans op gedoe in de onderlinge verhoudingen sterk. Kort gezegd /geadviseerd: begin altijd met interveniëren bovenaan in deze piramide, niet onderaan.”

Eigenaarschap in plaats van verdwenen flip-overs


Waarom is het in jullie ogen belangrijk om interventiekunde toe te passen?

Esmee: “Dit soort stapsgewijze reflectie helpt te bezinnen op wat echt belangrijk is (leidinggevenden) en om koers en strategie te bepalen. Ook leert men elkaar beter kennen waardoor de ruis verdwijnt en er meer onderling begrip ontstaat.”

Maisa vult aan: “Het allerbelangrijkste vind ik dat deelnemers aan het traject dieper inzicht krijgen in wat er speelt en beseffen dat ze zelf verantwoordelijk en eigenaar zijn van de oplossing. Daarbij is het belangrijk dat het hele systeem aanwezig is bij de sessie (geen sessie zonder de leidinggevende dus!), we krijgen regelmatig de vraag van leidinggevenden: “Moet ik er ook bij zijn?”. De leidinggevende is onderdeel van het systeem en levert een belangrijke bijdrage aan de verandering op de lange termijn. Het is een voorwaarde en effectief dat de leidinggevende – en dus beslisser! – aanwezig is om direct te reageren op ideeën en oplossingen vanuit het team. Dat voorkomt later teleurstelling over bereikte resultaten. Op die manier verlaten het team en de leidinggevende ook de ruimte met commitment op de gewenste verandering en verklein je de kans dat het alleen blijft bij leuke teamdagen zonder concrete resultaten.”

En wat vinden opdrachtgevers daarvan?

Maisa: “Wat opdrachtgevers prettig vinden, is dat we niet één keer prikken en dan klaar zijn, maar dat wij het vervolg monitoren en eventueel helpen bij het bijsturen. Vaak zeggen groepen in het begin van zo’n sessie: ‘We hebben al zoveel trainingen gedaan, hebben wat afspraken op een flip-over geschreven en die in de kast gegooid, nooit meer naar gekeken en er is niks veranderd!’

“Vaak zie je dat deze afspraken veel te hoog over zijn en niet concreet, bijvoorbeeld: ‘We gaan elkaar vanaf nu beter feedback geven’. Zonder te onderzoeken hoe dat op dit moment gaat, wat er precies moet veranderen om het beter te maken, wie wat anders moet doen, hoe je als groep kan monitoren/bijsturen.” Esmee: “Het mooiste wat je kunt bereiken als interventiekundige is dat je jezelf overbodig maakt, omdat de groep zelf voldoende handelingsmogelijkheden ziet om stappen te maken met elkaar. Als het zelf-oplossende vermogen in een groep is aangezet.”

Eens van gedachten wisselen met een interventiekundige?


Loop je tegen uitdagingen aan rond je team en wil je investeren in een (team)interventie die echt een oplossing gaat bieden? Neem dan vrijblijvend contact op met Esmee en Maisa via de knop hieronder of lees meer over ons aanbod op de pagina teamcoaching.

Judith van Oudheusden Redacteur en communicatieadviseur