Waarom is het in jullie ogen belangrijk om interventiekunde toe te passen?
Esmee: “Dit soort stapsgewijze reflectie helpt te bezinnen op wat echt belangrijk is (leidinggevenden) en om koers en strategie te bepalen. Ook leert men elkaar beter kennen waardoor de ruis verdwijnt en er meer onderling begrip ontstaat.”
Maisa vult aan: “Het allerbelangrijkste vind ik dat deelnemers aan het traject dieper inzicht krijgen in wat er speelt en beseffen dat ze zelf verantwoordelijk en eigenaar zijn van de oplossing. Daarbij is het belangrijk dat het hele systeem aanwezig is bij de sessie (geen sessie zonder de leidinggevende dus!), we krijgen regelmatig de vraag van leidinggevenden: “Moet ik er ook bij zijn?”. De leidinggevende is onderdeel van het systeem en levert een belangrijke bijdrage aan de verandering op de lange termijn. Het is een voorwaarde en effectief dat de leidinggevende – en dus beslisser! – aanwezig is om direct te reageren op ideeën en oplossingen vanuit het team. Dat voorkomt later teleurstelling over bereikte resultaten. Op die manier verlaten het team en de leidinggevende ook de ruimte met commitment op de gewenste verandering en verklein je de kans dat het alleen blijft bij leuke teamdagen zonder concrete resultaten.”
En wat vinden opdrachtgevers daarvan?
Maisa: “Wat opdrachtgevers prettig vinden, is dat we niet één keer prikken en dan klaar zijn, maar dat wij het vervolg monitoren en eventueel helpen bij het bijsturen. Vaak zeggen groepen in het begin van zo’n sessie: ‘We hebben al zoveel trainingen gedaan, hebben wat afspraken op een flip-over geschreven en die in de kast gegooid, nooit meer naar gekeken en er is niks veranderd!’
“Vaak zie je dat deze afspraken veel te hoog over zijn en niet concreet, bijvoorbeeld: ‘We gaan elkaar vanaf nu beter feedback geven’. Zonder te onderzoeken hoe dat op dit moment gaat, wat er precies moet veranderen om het beter te maken, wie wat anders moet doen, hoe je als groep kan monitoren/bijsturen.” Esmee: “Het mooiste wat je kunt bereiken als interventiekundige is dat je jezelf overbodig maakt, omdat de groep zelf voldoende handelingsmogelijkheden ziet om stappen te maken met elkaar. Als het zelf-oplossende vermogen in een groep is aangezet.”